Wat maakt hun smaak zo bijzonder?
Welke 5 soorten wijn zijn er eigenlijk als je de wijnwereld wat beter wilt begrijpen? Deze vraag krijgen we vaak gesteld, en het antwoord is fascinerender dan je misschien denkt. De vijf hoofdcategorieën zijn rode wijn, witte wijn, rosé, mousserende wijn en dessertwijn. Elk type heeft een eigen karakter, productieproces en smaakprofiel dat perfect past bij verschillende momenten en gerechten.
De wijnwereld lijkt soms ingewikkeld, maar dat hoeft niet zo te zijn. Als je de basisprincipes begrijpt, open je een wereld vol smaaksensaties. In deze blog neem ik je mee langs alle belangrijke wijntypes en vertel ik je precies wat hen uniek maakt.
De vijf hoofdcategorieën wijn nader bekeken
Rode wijn: krachtig en complex
Rode wijn krijgt zijn karakteristieke kleur doordat de druivenschillen meegisten met het sap. Dit proces duurt vaak enkele weken en zorgt voor de extractie van tannines en kleur. Tannines zijn die licht droge stoffen die je op je tandvlees en tong voelt.
De smaak van rode wijn varieert enorm. Een jonge beaujolais smaakt fris en fruitig met tonen van rode bes en kers. Een gerijpte bordeaux daarentegen heeft diepe aroma's van zwarte bessen, tabak en soms zelfs leer. De druivensoorten bepalen grotendeels het karakter.
Cabernet sauvignon staat bekend om zijn volle body en stevige tannines. Pinot noir is juist eleganter en lichter van structuur. Syrah brengt kruidige tonen en donker fruit, terwijl merlot zachter en toegankelijker is. Elke druif vertelt zijn eigen verhaal.
De temperatuur waarop je rode wijn schenkt maakt echt verschil. Te warm en de alcohol wordt dominant. Te koud en de aroma's sluiten zich. Tussen de 16 en 18 graden komt het karakter het beste tot zijn recht.
Witte wijn: frisheid en finesse
Bij witte wijn worden de druivenschillen vrijwel direct na het persen verwijderd. Hierdoor blijft de kleur licht en ontstaat een heel ander smaakprofiel. Het spectrum loopt van droog en mineraal tot zoet en olieachtig.
Chardonnay is waarschijnlijk de bekendste witte druif. Deze wijn kan zowel fris en citrusachtig zijn als romig en boterrig, afhankelijk van de vinificatie. Sauvignon blanc geeft daarentegen altijd die kenmerkende frisheid met groene tonen van grassprietjes en witte grapefruit.
Riesling verdient speciale aandacht. Deze druif kan prachtige droge wijnen voortbrengen, maar ook zoete varianten met een adembenemende balans tussen zoetheid en zuurgraad. De mineraliteit van riesling uit bijvoorbeeld de moezel is nergens anders te vinden.
Witte wijn drink je gekoeld, meestal tussen 8 en 12 graden. Te koud en je proeft vooral de zuurgraad. Op de juiste temperatuur ontvouwen zich alle subtiele aroma's van bloesem, tropisch fruit en mineralen.
Rosé: veelzijdig en verfrissend
Rosé ontstaat wanneer rode druiven kort contact hebben met de schillen. Dit kan variëren van enkele uren tot een dag of twee. Hoe langer het contact, hoe donkerder de kleur en intenser de smaak. Het is een misverstand dat rosé een mengsel is van rode en witte wijn.
Franse rosé uit de provence heeft die kenmerkende zeer lichte kleur en delicate smaak. Spaanse rosado is vaak wat voller en fruitiger. Beide stijlen hebben hun charme en toepassingen.
De smaak van rosé combineert de frisheid van witte wijn met het fruitkarakter van rode wijn. Je proeft vaak rode bessen, watermeloen en soms kruiden als rozemarijn. De zuurgraad zorgt voor een levendige afdronk.
Rosé is niet alleen een zomerwijn. Een wat vollere rosé past prachtig bij gevogelte, salades en mediterrane gerechten. De temperatuur moet wel goed zijn: rond de 10 graden celsius.
Mousserende wijn: feestelijk en levendig
Mousserende wijn onderscheidt zich door de koolzuurbelletjes die tijdens een tweede gisting ontstaan. Champagne is de bekendste variant, maar er zijn wereldwijd fantastische mousserende wijnen. Prosecco, cava en crémant bieden elk een eigen interpretatie.
Bij champagne vindt de tweede gisting plaats in de fles zelf volgens de méthode champenoise. Dit intensieve proces duurt maanden tot jaren en geeft een fijne perlage en complexe aroma's. Je proeft brioche, citrus en soms amandel.
Prosecco wordt gemaakt met de tankmethode waarbij de tweede gisting in grote tanks plaatsvindt. Dit geeft een frissere, fruitigere stijl met tonen van peer en appel. De bubbels zijn vaak wat groter en speelser.
De veelzijdigheid van mousserende wijn wordt vaak onderschat. Van droog tot zoet, van licht tot vol, er is voor elk moment een passende variant. Als aperitief werkt het altijd, maar probeer eens een volle champagne bij vis met roomsaus.
Dessertwijn: zoet en intens
Dessertwijn heeft een hoger suikergehalte dan andere wijnen. Dit kan op verschillende manieren bereikt worden: door de druiven langer aan de stok te laten hangen, door ze te laten invriezen of door edelrot. Elk proces geeft een ander eindresultaat.
Sauternes uit frankrijk ontstaat door botrytis, een schimmel die de druiven laat verschrompelen en de suikers concentreert. Het resultaat is een goudgele wijn met aroma's van honing, abrikoos en exotisch fruit. De balans met zuurgraad voorkomt dat het plakkerig wordt.
Portwijn is versterkt met druivenbrandewijn tijdens de gisting. Hierdoor stopt de gisting en blijven er natuurlijke suikers over. Port kent vele stijlen, van ruby tot tawny, elk met een eigen karakter dat varieert van fruitig tot nootachtig.
IJswijn wordt gemaakt van bevroren druiven die bij minimaal min zeven graden worden geoogst. De ijskristallen blijven in de pers achter en wat eruit komt is puur geconcentreerd druivensap. De intensiteit is verbazingwekkend.
Welke 5 soorten wijn zijn er en hoe herken je kwaliteit?
Kwaliteit in wijn is niet alleen een kwestie van prijs. Het gaat om balans, complexiteit en of de wijn doet wat hij belooft. Een goede wijn heeft harmonie tussen zuurgraad, alcohol, tannines en fruit. Geen enkel element mag dominant zijn tenzij dat de bedoeling is.
De afdronk vertelt veel over kwaliteit. Hoe lang blijven de smaken hangen nadat je hebt geslikt? Een korte afdronk wijst op een eenvoudige wijn. Een lange, evoluerende afdronk met verschillende smaaknuances duidt op complexiteit.
De herkomst speelt een belangrijke rol. Wijnstreken met een lange traditie hebben vaak strikte regels over druivensoorten en productie. Deze beschermde oorsprongsbenamingen geven een zekere garantie, maar ook jonge wijnregio's produceren fantastische wijnen.
Bewaarheid is een andere factor. Sommige wijnen zijn gemaakt om jong te drinken, andere ontwikkelen zich over jaren of decennia. Een jonge rioja crianza smaakt anders dan een reserva die jaren op fles heeft gelegen. Beide kunnen uitstekend zijn voor verschillende doeleinden.
Het belang van terroir voor smaak
Terroir is een frans woord dat de unieke combinatie beschrijft van bodem, klimaat, helling en traditie. Deze factoren bepalen samen het karakter van de druiven en dus van de wijn. Twee wijngaarden op enkele kilometers afstand kunnen totaal verschillende wijnen opleveren.
De bodem levert mineralen die de wijnstok opneemt. Kalksteen geeft een andere uitdrukking dan leisteen of vulkanische grond. Sommige druiven houden van arme, stenige bodems waar ze moeten worstelen. Stress maakt druiven interessanter.
Het klimaat bepaalt of druiven volledig rijpen en welk zuurgraden ze ontwikkelen. Koelere streken geven wijnen met meer frisheid en elegantie. Warmere regio's produceren vollere wijnen met rijp fruit. De ideale balans hangt af van de druivensoort.
Hoogteligging en oriëntatie maken ook verschil. Een zuidelijk gelegen wijngaard vangt meer zon dan een noordelijke. Hogere wijngaarden in warme landen blijven koeler en behouden zuurgraad.
